woensdag 5 september 2007

Defamation

Als LL.M-studenten mogen we ons programma zo goed als volledig vrij samenstellen. We kozen voor twee algemene vakken -- Constitutional Law en Evidence -- en ook voor iets specifiekers: Protection of Personality. Dit laatste vak omvat verschillende onderwerpen: onder andere privacy, seksuele intimidatie en ook laster en eerroof (defamation).

Onze eerste les ging over laster, en we merkten meteen dat het er heel anders aan toe gaat dan in Leuven. In plaats van een algemene uitleg door de prof, ondersteund door wetten en een cursus die alles samenvat, moesten we onmiddellijk enkele vonnissen voorbereiden en bespraken we daarna samen wanneer er sprake is van laster. Zo'n bespreking gaat over en weer tussen de prof en de studenten, waarbij telkens nieuwe vragen worden gelanceerd.

Een onderdeel van laster is bijvoorbeeld schade aan je reputatie. In de discussie worden dan verschillende punten aangehaald:

- Is er schade aan je reputatie als iemand zegt dat je vrouw je bedriegt?
- Ja: hierdoor zullen sommige mensen je minder respecteren.
- En als iemand zegt dat een huurmoordenaar niet goed kan schieten?
- Misschien wel: hij kan daardoor klanten verliezen.
- Oké, maar de wet dient toch niet om de reputatie van een huurmoordenaar in de ogen van andere criminelen te beschermen?
- Dus we zijn het erover eens dat je reputatie in de ogen van criminelen niet telt.
- Wat dan bijvoorbeeld als iemand je een homo noemt? Beschermen we dan je reputatie in de ogen van homofoben?

Enzovoort. Vaak is er geen juist antwoord, en is het belangrijkste dat je de juiste vragen stelt en een goed beredeneerd antwoord vindt.

Geen opmerkingen: